Inhoudsopgave
Hypnotherapie heeft een rijke en omstreden geschiedenis. In de geschiedenis en bij het ontstaan van hypnotherapie werden de mechanismen en de effecten op het brein vaak verkeerd begrepen. Dit is bij veel ontdekkingen in de wetenschap en geneeskunst in de geschiedenis het geval geweest. Daarom werd hypnotherapie in de geneeskunst meerdere malen weggezet als kwakzalverij, maar hypnotherapie wordt ook door veel mensen als een grote doorbraak beschouwd.
Wat ten grondslag lag aan de hypnose: het mesmerisme
Halverwege de 18e eeuw werd een theorie, over wat nu mesmerisme genoemd wordt, ontwikkeld door een Duitse arts. Deze arts, genaamd Franz Anton Mesmer, dacht dat ziektes in mensen en dieren werden veroorzaakt door een onbalans in magnetische krachten. Zijn theorie hield in dat als je het dierlijk magnetisme in mensen kan herstellen, zij dan zouden genezen van hun ziekte. Eerst maakte hij gebruik van magneten om de balans te herstellen in zijn patiënten die in een trance verkeerden. Later stopte hij daar echter mee, omdat Mesmer geloofde dat hij mensen genas door zijn eigen magnetisme over te dragen aan zijn patiënten.
👋 Voordat je verder leest…
We denken dat je het Hypnotherapie Handboek interessant zal vinden. Daarin leer je álles over Hypnotherapie en krijg je 4 gratis bonus boeken!
Na een mislukte poging om iemand te genezen van blindheid, is hij vertrokken naar Parijs. Toen hij daar gevestigd was, waren de meningen verdeeld over de effectiviteit van zijn behandeling. Sommige mensen waren erg blij met de aanwinst van zijn kennis en kunde, maar andere mensen veroordeelden hem als kwakzalver.
Mesmer behandelde zijn patiënten door langdurig een bepaalde druk met zijn handen uit te voeren op de handen of de bovenbuik van zijn patiënten door het gefixeerd in de ogen te kijken. Dit zou het vloeien van de magnetische krachten herstellen. De concentratie die Mesmer’s behandeling vroeg van zijn patiënten gaf hen een vreemd gevoel en willekeurige spiersamentrekkingen. Dit was volgens hem het genezingsproces. Het Engelse woord ‘mesmerizing’, wat betoverend betekent en wordt omschreven als ‘iemands complete aandacht vangen alsof het door magie komt’, is een goede omschrijving van de staat waarin zijn patiënten zich begaven. Ook is het woord ‘mesmerizing’ afgeleid van de naam van Franz Anton Mesmer.
Het vloeien van de magnetische krachten in het lichaam volgens Mesmer is vergelijkbaar met de chi die door het lichaam stroomt volgens de Chinese geneeskunde. Ziekte is in Mesmer’s theorie een obstakel dat de stroom van het leven in het lichaam blokkeert. En zijn behandeling was noodzakelijk om dat obstakel uit de weg te nemen.
Het ontstaan van hypnose: de ontdekkingen van Braid
Mesmer deelde zijn kennis met zijn leerlingen, maar zijn werk werd nooit officieel goedgekeurd door de Franse Koninklijke Academie voor Wetenschappen. Halverwege de 19e eeuw leefde er Schotse chirurg genaamd James Braid die een demonstratie bijwoonde van het mesmerisme. De demonstratie werd gegeven door een van de leerlingen van Mesmer, een Fransman genaamd Charles Léonard Lafontaine. In eerste instantie had Braid een sceptische houding ten opzichte van de effecten van de magnetisme behandelingen. Na het bijwonen van meerdere demonstraties door Lafontaine raakte Braid er echter van overtuigd dat er een vorm van waarheid schuilt in de effecten van Lafontaine’s behandelingen.
Op basis van wat hij had gezien in de demonstraties begon Braid met experimenteren. Hij wilde verschillende hypothesen testen om erachter te komen of de theorie van Mesmer klopt en of er een theorie is die de verschijnselen misschien beter kan verklaren. Hiervoor experimenteerde hij met een benadering die meer gericht was op de interactie tussen de behandelaar en de patiënt en op de interne beleving van de patiënt, in tegenstelling tot de benadering van Lafontaine, die meer gericht was op de behandelaar en de externe omgeving van de patiënt. Braid maakte hiervoor onder andere gebruik van experimenten op zichzelf en zelfhypnose.
Uit de experimenten die Braid uitvoerde bleek dat het magnetisme van de behandelaar niet noodzakelijk of verantwoordelijk was voor het proces van heling. Braid ontdekte dat de concentratie en de fixatie van een patiënt een veel belangrijkere rol hierin speelde. Deze concentratie hielp de patiënt om bij zichzelf naar binnen te kijken en van binnenuit de heling in gang te zetten. Braid hield demonstraties waarbij hij mensen genas waarbij geen fysiek contact nodig was. Hiervoor maakte hij gebruik van wat hij had geleerd tijdens zijn experimenten, wat we nu hypnose noemen.
Psychofysiologie
Braid had met zijn experimenten ontdekt dat de psychologie, het innerlijk leven van mensen, samenhangt met de fysiologie, de biologische processen die de mens in leven houdt. Het innerlijk leven kan de biologische levensprocessen beïnvloeden en vice versa. Deze leer wordt ook wel de psychofysiologie genoemd en is wetenschappelijk onderbouwd met behulp van rapportages, metingen en observaties van gedrag. Zo kunnen bepaalde gedachten en emoties een effect hebben op de fysieke staat van een mens, zoals de spanning in de spieren, een versnelde hartslag, het wijder worden van de pupillen en de bewegingen van de ogen. Vervolgens kunnen deze gedachten, emoties, en veranderingen in de fysieke staat ook weer effect hebben op het gedrag van mensen. Dit is bijvoorbeeld zichtbaar in iemands gezichtsuitdrukking, maar ook in het mechanisme van vechten of vluchten.
De effecten die het innerlijk leven, zoals gedachten en emoties, hebben op de fysieke staat en het gedrag van mensen volgens de psychofysiologie, hangt samen met het onderbewustzijn van de mens. Deze veranderingen en effecten vinden over het algemeen niet bewust plaats. Een uitzondering is bijvoorbeeld wanneer je aan het acteren bent. Het onderbewustzijn, ofwel de automatische piloot, speelt een grote rol in de verklaring van de samenhang tussen deze fenomenen. Je maakt gebruik van eerdere ervaringen die je hebt gehad met vergelijkbare situaties en vaste patronen in hoe je met dingen omgaat om te reageren op nieuwe situaties.
De samenhang is duidelijker uit te leggen aan de hand van de volgende voorbeelden. Je kunt bijvoorbeeld gevaar herkennen, omdat je eerder in een gevaarlijke situatie bent geweest. Je lichaam bereidt zich vervolgens alvast onbewust voor door je hartslag te verhogen, zodat je voorbereid bent om te vluchten of te vechten als het nodig is. Maar omgekeerd werkt het ook. Als je hartslag verhoogd om een andere reden, kan je onderbewustzijn dit verschijnsel herkennen als onderdeel van het patroon in een gevaarlijke situatie. Hierdoor kan het zijn dat je je onterecht onveilig of onrustig kan gaan voelen.
Van traditionele hypnotherapie naar moderne hypnotherapie
Voor lange tijd werd hypnotherapie toegepast zoals die werd gedemonstreerd door Braid. Dit wordt ook wel traditionele hypnotherapie genoemd. De vorm van therapie van Braid is met name gebaseerd op ontspanning en concentratie en richt zich tot het wegnemen van symptomen die door ziekte worden veroorzaakt. Halverwege de 20e eeuw ontwikkelde een Amerikaanse psychiater en psycholoog genaamd Milton Hyland Erickson een nieuwe benadering van hypnotherapie die radicaal verschilt van de traditionele variant. Het was Erickson die het onderbewustzijn beschreef als een opeenstapeling van alles wat je ooit in je leven hebt geleerd, zelfs al ben je die dingen weer vergeten. Net zoals eerder beschreven over de samenhang van het onderbewustzijn en de leer van de psychofysiologie, geloofde Erickson dat het onderbewustzijn je kan helpen in het automatische functioneren.
Milton Erickson zag hypnose als een manier om te kunnen communiceren met iemands onderbewustzijn. Hypnose bood in zijn ogen toegang tot alle informatie die in het onderbewustzijn was opgeslagen, dus toegang alles wat je ooit hebt geleerd. Dit zijn alle herinneringen en ervaringen die je ooit in je leven hebt opgedaan. Ook beweerde Erickson dat je onderbewustzijn autonoom problemen zou kunnen oplossen, wat betekent dat hier geen hulp van buitenaf voor nodig is. In het dagelijks leven ervaar je over het algemeen ook regelmatig een lichte vorm van een trance, een zogenaamde micro-trance. Dit kan bijvoorbeeld zijn wanneer je gefascineerd raakt door iets, waardoor je er vervolgens op gefixeerd raakt. In deze trance kun je bijvoorbeeld gaan staren, kwijlen of kun je het gevoel hebben dat je niet kan bewegen, omdat je onderbewustzijn de ervaring aan het verwerken is.
Erickson richtte zijn onderzoek op het proberen te verdiepen van de trance, omdat dit nuttig kan zijn voor therapie met behulp van hypnose, afhankelijk van bijvoorbeeld de persoonlijkheid van de patiënt of de oorzaak van het probleem. Om dit te bereiken gebruikt Erickson een meer indirecte benadering om hypnose bij zijn patiënten te bereiken, in tegenstelling tot traditionele hypnose die meer direct is en daarom meer weerstand oproept bij de patiënten. Hiervoor gebruikte hij een minder gebiedende woordkeus in de context van een natuurlijk gesprek, waardoor de patiënten minder onder druk werden gezet en konden ervaren dat hen een suggestie werd gedaan en ze zelf de keuze maakten om in een trance te gaan.
Volgens Erickson kon het onderbewustzijn niet bewust worden gestuurd. De manier om het onderbewustzijn aan te spreken is via kunstzinnige vaagheid. In die situatie moet het brein namelijk een beroep doen op de onderbewuste kennis en ervaring die je in je leven hebt verzameld. Hiervoor kun je stijlfiguren of beeldspraak inzetten, zoals metaforen, symbolisme, of tegenstellingen. Deze vaagheden hoeven niet noodzakelijk verbaal te zijn. Naast gesproken woord en geschrift, kunnen metaforen of symbolisme ook worden toegepast in andere modaliteiten om het onderbewustzijn aan te spreken, zoals met behulp van gebaren, afbeeldingen, bewegingen, of zelfs in abstracte waarnemingen.
Alles leren over de wereld van Hypnotherapie?
Download even het uitgebreide Hypnotherapie Handboek!
- 45+ pagina’s vol handige info én nu met 4 gratis bonus boeken;
- Meer dan 500 bezoekers hebben het boek al gedownload!